Werkgevers: verkeersveiligheid borgen in je bedrijfsvoering vraagt om structurele aanpak

07-06-2021
{0} reacties

We spreken met de kwartiermaker van MONO-zakelijk, Dirk-Jan de Bruijn. Hij voerde de afgelopen tijd zo’n 50 gesprekken met CEO’s, bestuurders en voorzitters van tal van bedrijven en brancheverenigingen.

In aanloop naar het MONO-zakelijk webinar op 24 juni 2021 blikken we met hem terug op de belangrijkste lessen en best practices. Deze week deel 1: ‘Een hit & run-oplossing bestaat gewoon niet.’

‘Centraal in de gesprekken staat de wijze waarop deze werkgevers vanuit intrinsieke motivatie verkeersveiligheid hebben georganiseerd als integraal onderdeel van hun organisatiecultuur. En de wijze waarop dit thema is verankerd in hun eigen bedrijfsvoering’, vertelt De Bruijn. ‘Succesvolle werkgevers hebben hier in de regel goed over nagedacht en werken vanuit een visie. Binnen die visie ziet men verkeersveiligheid als onderdeel van een totaalpakket, inclusief het dagelijks blijven slaan op datzelfde aambeeld. En het mooie is: écht alle voorbeelden laten zien dat investeren in verkeersveiligheid zichzelf dubbel en dwars terugverdient. Niet alleen in harde euro’s – door premieverlaging en reductie van schadelast en uitval – maar ook in attractiviteit van werkgeverschap of imago. Wat dan weer resulteert in klantwaarde of talent. Nog los van het streven naar een betere wereld.’

Opgezet vanuit het primaire proces

By far is Shell het meest aansprekende voorbeeld, opgezet vanuit de filosofie dat de olie- en gasbusiness erg risicovol is. Al meer dan een decennium is bij Shell het veiligheidsdenken volledig geïntegreerd in de werkzaamheden. Dus óók in de werkplek, of die nou fysiek is (vasthouden trapleuning) of mobiel (verbod op bellen in de auto). Dat dwingt het bedrijf ook af bij zijn onderaannemers, zoals Arcadis en Royal Haskoning DHV. Ook Rijkswaterstaat doet dat en neemt kaders op in de contractvoorwaarden met leveranciers.

Daarnaast vallen ECT en Defensie op, vooral vanwege de buitengewone risico’s van hun taakopdracht in combinatie met jonge werknemers. Niet voor niets dat de 4 V’s daarom een heel prominente rol hebben in de Gedragscode Defensie: Verbondenheid, Veiligheid, Vertrouwen en Verantwoordelijkheid. En dan zijn er nog aanbiedende partijen als het CBR, die dit absoluut tot hun topprioriteiten rekenen.

Risico’s in balans

‘Het omgekeerde gebeurt ook: een opdrachtnemer die in gesprek gaat met z’n opdrachtgever. Prachtig voorbeeld is in dit verband Simon Loos. Werknemers ervoeren aanvankelijk een psychologische druk van hun opdrachtgevers en gingen bij ijzel tóch de weg op, met alle gevolgen van dien. Zij gingen daar vervolgens het gesprek over aan, lerend van hun collega’s die gevaarlijke stoffen vervoeren. Heel huiselijk, gericht op het vinden van een balans tussen klantgericht en klantgezwicht. Dat trekken ze nu helemaal door naar de chauffeur om zo onnodige chauffeursstress te voorkomen. Want de te nemen risico’s moeten in balans zijn voor alle stakeholders: opdrachtgever, werkgever, chauffeur en medeweggebruiker.

Verantwoordelijkheid daar waar die hoort

‘Het leggen van de verantwoordelijkheid bij de chauffeur komt in veel gesprekken uitgebreid aan de orde. Bij Feenstra is men daar heel scherp op: als de monteur vindt dat het niet kan, dan gebeurt het gewoon niet. FrieslandCampina is er ook duidelijk over: een chauffeur die met 35.000 kg melk op pad gaat over boerenweggetjes, moet dagelijks meerdere keren z’n eigen afweging kunnen maken. Dat betekent wel dat werkprocessen professioneel georganiseerd moeten zijn, zodat je onderweg niet onnodig gestoord wordt. Meerdere best practices maken daar melding van: van het uitsluitend toewijzen van een rit als je stilstaat (TCA Taxicentrale Amsterdam) en uitgedokterde roosters (Transdev) tot tools als studentchauffeur (Berenschot) en hotelovernachtingen (BMC). Of het actief inspelen op de veranderende behoeftes van jongere collega’s die helemaal geen auto meer willen. Ook het serieus omgaan met feedback van andere weggebruikers komt voorbij. Een schitterend voorbeeld in dit verband is Picnic, waar rijgedrag van jonge runners actief wordt gemonitord én bij goed gedrag als team wordt beloond. Het resultaat? Een werkelijk spectaculaire daling van de schadelast. Juist dát aspect van datadelen, op basis van wederkerigheid, wordt als bijzonder kansrijk veld genoemd door de directies van ANWBBOVAG en RAI Vereniging. Tegelijkertijd vraagt dit thema uiteraard wel om een discussie over privacy.’

Training en opleidingen

‘Het is begrijpelijk dat ook professionele on the job-opleidingen veel worden genoemd. Dit traject start vaak al bij de werving: alleen de besten krijgen de licence to operate. De trainingen zijn veelal risicogestuurd van opzet (GVB). Maar er zijn tal van schitterende voorbeelden, variërend van voorlichting (evofenedex, TLN), een meerdaagse training (Van den Broek Logistics), e-learningmodules (RDW), inzet van virtual reality (Ewals Cargo Care), de MONO-meter (provincie Zuid-Holland), een periodiek meerijdende gecertificeerde rij-instructeur (Politie) of een mentorchauffeur (Vrijbloed Transport).

Uiteraard helemaal gesegmenteerd naar de doelgroep – conform het terechte advies van de Louwman Groep. Wat dan ook frequent wordt getoetst met alle consequenties van dien (Dienst Vervoer & Ondersteuning: haal je de toets niet, dan ga je de bus niet op. Maar zoiets gaat alleen vliegen als er ook sprake is van een strak beleid. Met duidelijke regels en richtlijnen. En glasheldere protocollen en uitgeschreven werkprocessen’, besluit De Bruijn.

Benieuwd naar meer best practices? Lees ook deel 2 van het interview met De Bruijn of meld je aan voor het MONO-zakelijk webinar op 24 juni. Tijdens dit webinar voor werkgevers laten we zien hoe je om kan gaan met MONO-rijden.

Meld je aan

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Bekijk ook

Cookie-instellingen